Terugblik #3: Consumentenvertrouwen

E-nummers en Berengeluiden: dat is de titel van het boek waarin 43 interviews met spelers in de voedselketen (van varkenshouder tot consumentenbond) zijn gebundeld. Op 10 mei wordt het boek gepresenteerd (details volgen). In de aanloop daarnaartoe nog een terugblik in 7 blogs. Deel 3 gaat over Consumentenvertrouwen en over dat die hele grote bedrijven ooit ‘het goede wilden doen’ maar nu afhankelijk zijn van hun aandeelhouders.

We laten ons echt voor de gek gehouden!

Consumentenvertrouwen was een onderwerp dat in veel gesprekken terugkwam, en niet altijd even positief. Vers sinaasappelsap mag wel 3 jaar oud zijn (Groentenfruit Huis). Koek en snoep is al 90 dagen oud als het in de supermarkt ligt. “Je wordt er niet ziek van, maar het is ooit veel lekkerder geweest,” volgens Ton Baas (Vereniging voor de Bakkerij- en zoetwaren industrie, VBZ). Afbakbrood is minder lang vers, want het is namelijk al een paar dagen geleden gebakken. Voor bakkers is dat is economisch aantrekkelijk (Bakker Borgesius). We laten ons echt voor de gek gehouden!

Meer betalen voor minder E-nummers

Consumenten zijn bereid meer te betalen wanneer er minder E-nummers in voedingsmiddelen zitten. Dit blijkt een buitengewoon goed businessmodel dat je overal terug ziet komen. Dramatisch voor het consumentenvertrouwen: Want waarom stopten ze die E-nummers in onze voedingsmiddelen? Proberen ze (de industrie) ons soms te vergiftigen?!

Zorg om consumentenwantrouwen

Ook Ruud Albers (Nutrileads) maakt zich zorgen. Als alle onderzoeken zijn afgerond en Nutrileads kan een product op de markt brengen dat bewezen effectief is tegen luchtweginfecties, dan is het natuurlijk wel van belang dat de consument gelooft dat dat zo is. Waarom anders al die moeite?

Big Food: met macht komt verantwoordelijkheid

Drie van ’s werelds grootste voedingsmiddelenproducenten Nestlé , Unilever en Coca-Cola zijn decennia geleden ontstaan vanuit een noodzaak het goede te willen doen voor de mensen. Nu worden ze vaak bekritiseerd omdat ze met ongezonde producten vele miljarden verdienen. Met macht komt verantwoordelijkheid. Als Coca-Cola een nieuwe fabriek in Myanmar neerzet, betekent dit 20.000 banen, maar ook meer overgewicht door een ongezond voedingspatroon. Wat kun je eigenlijk verwachten van die grote bedrijven?

Het doel van deze bedrijven is dus producten verkopen. Het levert banen op in Myanmar: onderwijs, ontwikkeling en ook overgewicht. De enige weg voor dit soort bedrijven is meer gezondere en minder ongezondere producten verkopen. Minder suiker, zout, verzadigd vet en calorieën. En dan maar hopen dat ze daar dezelfde winsten mee kunnen halen. Want de aandeelhouders stellen ook hun eisen en die zijn wat afgedreven van dat oorspronkelijke doel: ‘het goede te willen doen voor de mensen’.

Misschien kunnen bedrijven beter klein blijven

Zoals de ‘food start-up’ Boon: deze jonge ondernemer Michael Luesink wil mensen weer bonen laten eten, als bron voor eiwit. Echt winst maken, dat vindt Michael niet zo nodig. Misschien ligt hier wel een oplossing. Het wordt ook de uitdaging van Coco-Conserven, dat na die on-duurzame tosti’s van de Tostifabriek, waar veel geld en tijd bij moest, een conserventraditie is gestart. Heel duurzaam, overschot-gericht produceren. Stap voor stap betreedt dit experimenteel productiehuis de wereld van de marges. Ze zoeken het evenwicht tussen ambachtelijke industrie en industriële ambacht.

In de volgende blog meer over ‘betalen voor verhalen’… Lees ook in deze serie:

Terugblik #1: Een reis door de voedselketen
Terugblik #2: Eén keer echt de meest gelezen lector