Terugblik #6: Een gezonder aanbod
E-nummers en Berengeluiden: dat is de titel van een boek waarin 43 interviews met spelers in de voedselketen (van varkensboer tot consumentenbond) zijn gebundeld. Op 10 mei wordt het boek gepresenteerd in Den Bosch. In de aanloop daarnaartoe nog een terugblik in 7 delen. Dit is deel 6: over een gezonder productaanbod.
Gezondheid moet een keuze zijn
Leerzaam waren de mislukte experimenten met ineens een véél gezonder aanbod. De les daaruit was dat gezondheid een keuze moet zijn. Mijn gepassioneerde bijna-buurman Hans Geurts van de snackbar had die ervaring met zijn verse groente. Dat liep mis: ‘Geef mij maar een patatje met slaatje’, zeiden zijn klanten. ‘Groente eet ik thuis wel’. Bob Hutten: “We waren eerst begonnen met spullen maken zonder zout, maar dat vonden klanten niet lekker.” En het Zeister-zwembad zonder patat haalde zelfs de nationale pers, vanwege de actiegroep: ‘Patat terug in het Zwembad Dijnselburg’.
Zoutverlaging in brood: wetgeving ook voor andere sectoren?
Teveel zout eten leidt tot hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten. Zoutverlaging is dus een belangrijk onderwerp. Brood is voor ons Nederlanders de grootste bron van zout. En de bakkers in Nederland zijn goed bezig. Ze hebben het zout met 25% verlaagd. De maximale toegestane hoeveelheid zout is op verzoek van de bakkers vervolgens vastgelegd in wetgeving. Om zo een gelijk speelveld voor alle bakkers te creëren. Zou dat ook werken voor andere sectoren? Voor de broodsector is de Nederlandse markt belangrijk. Voor vlees en patat is die markt veel internationaler.
Internationale zoutverlaging
Die internationale markt heeft ook zijn effecten op zoutverlaging. Op minstens 2 manieren: als bedreiging omdat bij een te sterke zoutverlaging men het brood in België gaat halen (NBC). Maar een internationale afzet markt werkt ook stimulerend: de zoutgehaltes van de patat van Lamb Weston / Meijer zijn afgestemd op de Engelse doelen. Die zijn al veel strenger. Engelsen zijn al jaren bezig met zoutverlaging. Dat verschil tussen landen kwam ook bij Dalco Food naar voren: Marian Wagemakers richt zich met haar bedrijf op de internationale markt. Zij legt ons haarfijn uit wat het verschil is tussen de Britten die veel minder zout gebruiken dan de Duitsers die zich veel meer zorgen maken over E-nummers. Nederland zit daar tussenin.
E-nummers zijn ongezond
Dat is misschien wel het grootste misverstand van dit moment. Clean label is al jaren een trend: levensmiddelenfabrikanten zijn druk bezig met het ‘schoonmaken’ van hun etiket (Engels: label = etiket; clean = schoonmaken). Alle chemisch klinkende termen moeten eraf, zoals: E-nummers, maar ook chemisch klinkende ingrediënten. E-nummers zijn aanduidingen voor stoffen die wettelijk toegestaan zijn voor gebruik in voedingsmiddelen. Het gaat om o.a. conserveermiddelen, kleurstoffen, smaakstoffen. De ‘E’ staat voor een Europese wetgeving. Er is een maximale toegestane hoeveelheid, die veilig is. Omdat wettelijk vastligt wat er wel en niet op het etiket moet staan, heeft deze trend invloed op de samenstelling van de voedingsmiddelen. De kwaliteit van het product moet goed blijven, dus als er een E-nummer uitgaat, wat komt er dan voor in de plaats? Zout? Suiker?
Leidt ‘E-nummer vrij’ tot ongezondere producten?
De marketingclaims die de afgelopen jaren enorm de verkoopcijfers omhoog hebben gestuwd zijn ‘E-nummer vrij’, of ‘Alleen natuurlijke toevoegingen’. De prioriteit die gegeven wordt aan het reduceren van E-nummers, onder het argument ‘gezond’ zou best eens kunnen leiden tot het extra toevoegen van zout , suiker en verzadigd vet. Juist dat heeft echt een aantoonbaar negatief gezondheidseffect. Want daar eten we al teveel van. Daarom heb ik hier regelmatig naar gevraagd: in de brood– en patatsector lijkt het eruit halen van deze E-nummers niet geleid te hebben tot toevoegen van meer zout, suiker of verzadigd vet. Bij zoetwaren misschien wel. Soms wordt extra zout of suiker toegevoegd. Bij Nestlé, waar de Smarties inmiddels allemaal flets van kleur zijn, wordt me gezegd dat zout en suiker belangrijker zijn. Maar het Maggi-noedelpakket dat ik opgestuurd kreeg was nog wel erg zout.
Leidt ‘E-nummer vrij’ tot wantrouwen?
Ik denk van wel. Want welke boodschap geef je de consument? Als het zo belangrijk is om producten nu ‘E-nummervrij’- te maken, waarom zaten die E-nummers er dan in? Probeert de industrie ons soms te vergiftigen?!
Terugblik #1: Een reis door de voedselketen
Terugblik #2: Eén keer echt de meest gelezen lector
Terugblik #3: Consumentenvertrouwen
Terugblik #4: Betalen voor verhalen
Terugblik #5: De efficiënte vleesketen