We doen wat we kunnen

5 maart 2020, niets vermoedend was ik volbezig met de voorbereidingen op mijn avontuur naar Goa, India. Natuurlijk was er al een hoop bekend over het coronavirus. Mensen zouden erg ziek kunnen worden. Dit zou gepaard gaan met ademhalingsproblemen, koorts en symptomen van verkoudheid en in sommige gevallen leiden tot de dood. Maar dat het de wereld op deze manier op zijn kop zou zetten? Ik had dit niet verwacht. Tenslotte kent de wereld ook andere virussen en worden daar dagelijks ook mensen door getroffen. Voor veel westerse mensen was dit tenslotte niet dichtbij genoeg om het leed dat deze virussen mee brengen te voelen. Voor een week lang reed ik elke dag op en neer naar Rotterdam. Hier moest ik tenslotte mijn visum krijgen van de Indische ambassade. Een proces dat ik persoonlijk absoluut kan afraden…  

Code oranje 

13 maart 2020, het hoge woord was eruit. Mijn avontuur naar India moest gecanceld worden. Er lag een negatief reisadvies gepaard met een code oranje. De werkelijkheid sloeg in en plots werd de gehele situatie veel realistischer. Mijn stage, waarin ik een processing-lijn op zou helpen zetten voor bevroren groentes en fruit, behoorde plotseling niet meer tot de mogelijkheden. Gelukkig kreeg ik een vervangende stage: Bloggen over COVID-19. Wat een spannende uitdaging. Wat betreft spraak kwam ik altijd wel erg goed uit de voeten. Maar schrijven… met mijn dyslexie was dit toch wel spannend. Toch gingen we aan de slag en wat een leuke tijd was dit! Ik leerde mezelf kennen op een vlak dat zich nog niet eerder had laten zien: het schrijven en een verhaal vertellen aan een groter publiek. Tijdens mijn stage kwam ik door middel van interviews in alle lagen van de voedselketen terecht. Met de hoofdvraag: Wat verandert er nou bij deze bedrijven en organisaties door toedoen van de coronapandemie? Met deze vraag in mijn achterhoofd ging ik via het internet op pad.  

Het overhoopgooien van de productielijnen 

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), Coca-Cola en Unilever. Niet de minste namen in de huidige voedselindustrie. Ik sprak met deze bedrijven en organisatie, wat voor impact zou een crisis van deze proporties hebben op hen? Al gauw werd duidelijk dat aanpassingsvermogen binnen deze bedrijven en organisatie een grote rol speelde. Productielijnen van Coca Cola en Unilever werden in een rap tempo omgevormd naar de vraag van de maatschappij. Maar ook de manier van te werk gaan veranderde enorm: De controleurs van de NVWA moest tenslotte alleen voor het hoogstnoodzakelijke de deur uit. Andere controles moesten ze digitaliseren. Toch hebben ze wel terplekken moeten komen. Een inspecteur van de NVWA in een slachthuis is een heel normaal gezicht. Echter heeft het slachthuis in Groenlo genaamd Vion, niet alles op orde gehad. Hierdoor was het gevaarlijk om in dit slachthuis te werk te gaan. Deze hebben ze dan ook moeten sluiten vanwege een groot aantal coronavirus besmettingen. 

Zonder hen zou deze keten niet bestaan 

De producenten van onze voedselketen, zonder hen zou deze ó zo belangrijke keten niet bestaan. Ik sprak met melkveehouderij Pouwels uit het Midden-Limburgse Weert. Zij gaven aan dat buiten de lage melkprijs en minder bezoek er weinig veranderd was. Het dagelijks leven op de melkveehouderij gaat gewoon door. Als de prijzen niet verder dalen dan lukt het ze wel hun kop boven water te houden. Toch gold dit niet voor alle boeren. Voor hen die als hoofdafnemer de horeca had was het een ander verhaal. Opeens viel er bij de sluiting van de Nederlandse horeca een hele markt weg. Friet aardappelen konden geen bestemming vinden en er vormde zich enorme overschotten. De kiemplanten van Koppert Cress bijvoorbeeld. Een product waar Rob Baan jarenlang zelf een markt voor heeft gecreëerd vindt plotseling geen afzet meer. Uit man en macht proberen deze producenten nog een oplossing te vinden voor hun producten maar dit lukt helaas niet altijd. 

 

De grossier schoot te hulp 

De deuren bij de Horeca groothandelaar (grossier) werden geopend voor de consument. Dit om het hamstergedrag en de druk bij de supermarkten weg te halen. De focus lag opeens op de normale consument, niet op de horecaondernemer. Wel stonden de grossiers klaar om de horeca te bedienen en te helpen wanneer dit kon. Sligro Food Group probeerde zich snel aan te passen om zo enorme voedselverspillingen te voorkomen. Dit door snel te schakelen in distributie en producten die normaal in trek bij alleen de horeca af te prijzen.  

Ze bleven doen waar hun passie ligt 

Ook sprak ik met een horecaondernemer. Dennis, hij is de Patron Cuisinier en eigenaar van sterrenrestaurant Sense in ’s-Hertogenbosch. Tijdens ons interview gaf Dennis ook aan dat het enorm lastig was om gesloten te zijn. Wel heeft Sense enorm veel geleerd, het restaurant bleef namelijk doen waar hun passie ligt maar dan op een geheel andere manier. In een razendsnel tempo vormde veel horecagelegenheden zich om tot een afhaal/bezorg eet gelegenheid. Dennis koos ervoor om dit ook te doen, met gebruik van het kleine zusje van Sense, Sense Junior. Hiermee bleven ze koken en er voor hun gasten zijn, wel op een andere manier dan gewend maar met groot succes!  

Hiermee komt er een eind aan een mooie blogreeks over COVID-19 en de voedselketen. Of ik de pen neerleg? Dat denk ik niet, zelf heb ik zeker nog plannen om blogs te blijven schrijven!