Nose4Food deel 1: Een schilders-leerling wordt snackbar eigenaar

De snackbar op de hoek. Ik fiets hier dagelijks langs. En als we thuis geen zin hebben om te koken, dan halen we er friet. Frieten worden gesneden van hele aardappelen. Dat weet ik inmiddels. Na de miljoenen porties friet van Lamb Weston / Meijer had ik behoefte om het onderwerp weer wat dichter bij huis te brengen. Dus ik liep binnen bij Nose4Food, ‘onze snackbar’ en vroeg mijn bijna-buurman, de eigenaar Hans Geurts voor de blog HAS Voedseldialoog…

De schoolmeester bepaalde

Hoe wordt je nu snackbar eigenaar? Toen Hans (62j) van de lagere school afkwam zei de hoofdmeester wat iedereen moest worden. Hans werd schilder in opleiding, dat hield hij vol totdat hij gezel werd. Daarna is hij de wijn in gegaan. Dat lag toch dichter bij hem. Zijn vader had een horeca bedrijf en een slijterij in IJsselstein. Hij heeft zijn diploma’s voor de supermarkt gehaald. En na zijn diensttijd gelift door Europa. Druiven geplukt. Wijn gebotteld.

In Zeist wonen de netste mensen van Nederland

Na terugkomst in Nederland is hij in de horeca gegaan en gebleven. Eerst als kelner en in de keuken. Dat was in Den Helder. Daar lag toen op een tafel een achtergelaten krant met een kleine advertentie: ‘Wegens omstandigheden te koop: Café met snackbar in Zeist’. Hans dacht: “Nou, Zeist: daar wonen de netste mensen van Nederland, natuurlijk.” Met hulp van zijn ouders kon hij het kopen.

Een heel ander vak en een paar 100 jaar bajes klanten

Eerst deed hij de snackbar open. Daar had hij totaal geen ervaring mee. “Dat is toch een HEEL ANDER VAK, met hoofdletters !! dan het restaurantwezen. En daarna deed ik dat café open. En toen had ik meteen voor een paar 100 jaar bajes klanten binnen.” “In deze buurt?”, vroeg ik hem. “Ja, hier had jij niet lekker gewoond. Een van de 1ste dingen die ik heb gekocht was een Dobermann,” grinnikt Hans. Dus dat waren echt andere tijden.

Als er iets moeilijk is, dan is het wel een Buurtcafé

Hans is 28 jaar geleden begonnen met het buurtcafé & snackbar. Toen was het pand eigendom van Bavaria. “Als er iets moeilijk is op horeca gebied”, legt Hans uit, “dan is het wel een buurtcafé. Als er 1 iemand aan de bar zit. Dan moet je het gezellig houden. Totdat een 2de  iemand aan de bar komt, een 3de  en een 4de. De hele tijd moet je ze bezig houden. Totdat het er zo druk is dat je alleen maar een biertje hoeft te tappen, of de jonge jenever te schenken. En dan ligt alcoholmisbruik voor de café eigenaar echt op de loer.” “Hoe lang heb je dat buurtcafé gehad?” vroeg ik hem: “Dat heb ik ongeveer 8 jaar gedaan.”

Cafetaria met een biertje

“20 jaar geleden kon ik Bavaria ervan overtuigen om hier een groot cafetaria van te maken,” vertelt Hans. “Met de mogelijkheid om een biertje te drinken. Dat heb ik op mijn eigen manier ingevuld. Want dat biertje drinken mocht alleen maar op de momenten dat mensen hier wat gingen eten of besteld hadden. Ik had geen zin in een kroeg. Ik wilde geen dronken mensen meer binnen. Daar had ik wel genoeg van.”

De crisis overleefd

Nu loopt het cafetaria Nose4Food goed. De omzet is 3 ton per jaar. Sinds de huisgemaakte friet is het weer 3 ton geworden. Daarvoor was het minder. Last van de crisis. In 2013 en 2014 was het echt heel laag. Nu gaat het weer omhoog. Er werken zo’n 10 mensen, inclusief Hans zelf, waarvan 2 fulltime.

Huisgemaakte friet begon 1,5 jaar geleden

“1,5 jaar geleden zijn we met de huisgemaakte friet begonnen. Nog niet eens met de verkoop. We gaven met de gewone friet een zakje huisgemaakte friet mee. En vroegen ‘Joh, proef eens vind je het lekker?’ En dan krijg je langzamerhand mensen die zeggen: Hartstikke lekker, geef me er nog wat. En er zijn ook mensen die zeggen: ‘Nee ik vind het niet lekker. Ik wil de gewone friet hebben’. Dat is ook prima. Economisch moet het wel gezond blijven.”

Gewoon een patatboer

Ik versprak me door het cafetaria een eetcafé te noemen. Hans: “Wij zijn geen eetcafé: Wij zijn lekker een cafetaria. Het verschil? Het eten kan je meenemen. Wij hebben geen sterke drank, geen bier, geen alcohol. We zijn laagdrempeliger. Ik ben gewoon een patatboer. Een eetcafé heeft wel wat meer sfeer. Wij ook wel. Maar anders. Gaan we binnenkort wat aan doen.”
Het levensverhaal van Hans is mooi, daarom heb ik er deze hele blog aan gewijd. Een stukje geschiedenis. En leerzaam als het gaat om verschillen tussen buurtcafé, eetcafé en cafetaria (of snackbar). Morgen komt dus de snackbar aan de beurt. En daarna gezondheid. Maar als je alvast wat kwijt wil kan dat natuurlijk hier op HAS Voedseldialoog. Reageer!