Interview – GS1 Nederland #2: De informatie moet wel kloppen!
GS1 onderhoudt voor haar deelnemers een standaard systeem, waarmee zij unieke producten kunnen identificeren. Via de streepjescodes, nummers. Hieraan zit informatie, data, gekoppeld, veel data. Straks bestaan producten zonder data niet meer en kun je met de streepjescodes bijvoorbeeld zien hoe gezond een product is. De consument staat hier wellicht niet iedere dag bij stil. Maar het is iets waarop hij of zij steeds vaker zijn beslissingen zal baseren. Hoe zal dat dan gaan? Hierover spraken we met Loek Boortman bij GS1, de wereldwijde standaardisatie-organisatie. …
GS1 levert de garantie dat het nummer, de streepjescode, uniek is
Er hangen ongeveer 400 velden achter zo’n streepjescode en die velden staan in de GS1 Data Source datapool. Die zijn allemaal gestandaardiseerd: Elk veld is voorbestemd voor een stukje informatie, zoals: artikelcode, etiket informatie, afmetingen van de verpakking, enzovoorts. In de Nederlandse levensmiddelensector worden er zo’n 175 velden gebruikt. Volgens Loek zouden dat wel 4000 velden kunnen worden, als je een beetje je best zou doen.
Portiegroottes nog niet beschikbaar
Nu was ik kort voor mijn bezoek aan GS1 bij het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). Daar waren ze bezig om portiegrootte informatie van verpakte voedingsmiddelen te verzamelen via de streepjescodes, alleen waren die portiegroottes vaak niet beschikbaar. Ze stonden allemaal nog niet in de daarvoor bestemde velden, die gekoppeld zijn aan de GS1 streepjescodes. Terwijl het allemaal wel op het etiket staat. “Hoe kan dat nu,” vroeg ik Loek. “Hoeveel velden zijn de deelnemers verplicht in te vullen?”
Niet verplicht
“Lang niet alle velden zijn verplicht, een stuk of 40 sowieso wel,” vertelt Loek. Voor een aantal andere velden is het afhankelijk van het product. Bijvoorbeeld informatie over de oorsprong van het product is bij een kruidenmix niet verplicht maar bij vis wel. Verplichte velden zijn verder: artikel code, productomschrijving en eigenaar van de informatie in wat voor doos zit het, waar is de verpakking van gemaakt, wat zijn de afmetingen (logistiek); en de informatie op het etiket: zoals voedingswaarden, ingrediënten declaratie en bereidingswijze. Maar ook portiegrootte. Allemaal verplicht.
Er wordt sinds kort gecontroleerd
Sinds een paar maanden is GS1 met controles begonnen. Een kwaliteitsprogramma: Onder andere alle etiketinformatie van alle nieuwe en gewijzigde producten wordt gecontroleerd. En als iets niet klopt, of ontbreekt wordt er aan de bel getrokken bij de fabrikant. Deze controle moet kan door een fabrikant worden uitbesteed aan een bedrijf, dat hiervoor speciaal is toegerust. En: Albert Heijn, Superunie, Jumbo en Deli XL hebben hun leveranciers opgeroepen hieraan deel te nemen.
Veel fouten
Volgens de Europese etiketteringswet zijn voedingsmiddelenfabrikanten verplicht etiketinformatie, zoals ingrediënten, allergenen en voedingswaarden op hun verpakking te vermelden. En als ze het voedingsmiddel via een webshop aanbieden, dan moet diezelfde informatie ook via internet beschikbaar zijn voor de consument. Hier gaat nog wel eens wat mis: Voor een afstudeeronderzoek zochten studenten van de HAS vorig jaar op websites van supermarkten naar etiketinformatie van producten. Omdat ze de online informatie niet helemaal vertrouwden, hebben ze dezelfde informatie ook vanaf het etiket verzameld. De verschillen waren groot: Afhankelijk van de supermarkt kwamen bij 20 tot 70% van de producten de online informatie over ingrediënten of voedingswaarden niet overeen met het etiket. Ik heb er in een eerdere blog (Waarom Heineken pleit voor één single source of truth) ook al eens over geschreven.
Het is heel begrijpelijk dat het misgaat
Er zijn allemaal goede redenen voor. Loek: “Mensen moeten die informatie overtypen, terwijl ze al ergens een database hebben. Er worden fouten gemaakt, het is en blijft handwerk óf het heeft geen prioriteit.” “En er moet ook nog een soort bewustwording komen. Dat die data belangrijk is, om de consument van dienst te zijn, met betere informatie. Ook is het zo dat er een gevoel is, van ‘informatie is macht’. Dat geef je niet zomaar weg. Tegenwoordig is informatie ‘transparantie’, maar niet iedereen ziet dat zo.”
De belangrijkste concurrent is een gedachte
Ik was wel benieuwd of GS1 concurrenten heeft. “Nu ja, er zijn andere barcode systemen, antwoordt Loek op mijn vraag. “Die zal je niet zien bij de grote supermarktketens, maar als je de hele keten van productie tot verkoop zelf in handen hebt dan kun je natuurlijk je eigen barcodesysteem hebben. Eigenlijk is onze belangrijkste concurrent de gedachte dat je helemaal geen informatie met elkaar hoeft uit te wisselen. Bedrijven die zeggen: ‘Ik ben eigenaar van de product informatie en die houd ik voor mezelf. Ik ben niet geïnteresseerd in verkopen via de grote supermarkten of in online verkopen zoals bij een bol.com.“
Wie is verantwoordelijkheid voor de juistheid van de informatie?
Een fabrikant is natuurlijk altijd de eigenaar van de productinformatie. Maar dat is nog lang niet altijd geregeld binnen een bedrijf. Informatie van veel verschillende afdelingen komen bij elkaar. Het vraagt een continue inspanning om de kwaliteit van de data goed te houden. Ineens realiseer ik me hardop dat we een studierichting missen aan de HAS, gericht op data kwaliteit in de voedselketen.
Data stewards, een nieuwe rol in de levensmiddelenindustrie
“Ja en ik weet al hoe die afgestudeerden heten,” reageert Loek: “Data stewards. Je ziet de advertenties nu al staan, zoek ze maar op. Bij de Retail zijn ze er al. Soms zelfs al wel met veertig mensen die op ‘een data-afdeling’ werken. Heel interessante functies, want je moet iets weten van de wetgeving (wat is verplicht op het etiket), van technologie (databases), marketing (hoe sluit je aan op het profiel van het bedrijf). Voor zover ik weet bestaat die opleiding nog niet.” Nu is de belangrijkste zorg van GS1 dat die rol van data stewards er eigenlijk nog niet is bij de meeste bedrijven. Dat zal snel veranderen…
Tenslotte, er is een nieuwe partij bijgekomen, Minister Schippers heeft het Voedingscentrum gevraagd om met een App consumenten te helpen met gezonde keuzes te maken. En ja: daarvoor is data nodig. Daarover in de volgende blog.
Welke informatie gebruiken de lezers van HAS Voedseldialoog bij een beslissingen? Ik ben wel benieuwd…