Dalco Food – Het einde van de zakenreis
De eiwittransitie, ofwel de overstap van dierlijk naar plantaardig eiwit, is al een tijdje gaande. Vlees krijgt een steeds slechter imago en meer en meer mensen kiezen voor een meer plantaardig voedingspatroon. Ook de coronacrisis wakkert de discussie over vlees weer flink aan. Aan de ene kant kopen mensen meer vleesproducten zoals gehakt. Dat is makkelijk en kan goed in de vriezer. Aan de andere kant stellen mensen ook vragen over het coronavirus en de vee-industrie. En zelfs Henk Krol, die niet dacht zijn biefstuk ooit te kunnen laten liggen, is vegetariër geworden door de coronacrisis. Iemand die deze transitie in onze voeding al jaren van dichtbij volgt is Marian Wagemakers van Dalco Food uit Oss.
Vega voorlopers
Dalco Food is 45 jaar geleden opgericht door de vader van Marian. “Toen was het nog een grote slagerij.” 15 jaar later is hij begonnen met de productie van de eerste vegetarische producten. “Op dit moment is dat zo’n 82% van onze omzet,” zegt Marian. Inmiddels is Dalco al lang geen slagerij meer te noemen. Ze houden zich nu vooral bezig met het produceren van maaltijdcomponenten, gebaseerd op de recepturen van hun klanten. Dit doen ze op twee verschillende locaties. Een zit er nog steeds in Oss en de ander sinds 2016 in Oosterhout, zo’n 10 minuten fietsen van waar ik zelf opgroeide. “We werken met heel veel verschillende soorten grondstoffen,” begint Marian. “Naast vlees, vooral kip, werken we met melkvezels, met soja, met bonen, met noten, met tarwe, met groenten, met kazen, met van alles eigenlijk.”
Beter leven, voor mens en dier
Het waarborgen van de duurzaamheid van deze grondstoffen is belangrijk voor Marian en Dalco. Dit begint bij het inkopen. De producten waar Dalco mee werkt komen zo veel mogelijk uit Europa. Marian merkt ook dat haar klanten hier sinds de corona uitbraak meer vragen over hebben. “Er zijn nu klanten die echt van elk element in het recept willen weten waar het vandaan komt.” Naast de herkomst van de grondstoffen wordt ook rekening gehouden met dierenwelzijn en de ecologische voetafdruk van vlees. Het wordt ingekocht bij erkende organisaties. Zo is de kip bijvoorbeeld ‘Beter Leven’ gekwalificeerd. Daarnaast wordt het kantoor verwarmd door restwarmte van de productie en is de afvalstroom gehalveerd sinds al het plastic gerecycled wordt.
Een heel ander Dalco
Marian schetst hoe de situatie bij Dalco er deze dagen uitziet. Op 28 februari, een dag nadat de eerste officiële coronapatiënt in Nederland werd bevestigd, werden alle bezoeken afgezegd. Een week later had Marian haar laatste bezoek en sindsdien is er niemand meer geweest. “Toen dacht ik, nu wordt het wel serieus.” Nu werken de meeste mensen al weken thuis. De collega’s die nog wel op kantoor werken zijn verdeeld over de twee verschillende locaties. “Het is maar een klein handjevol mensen,” stelt Marian, “maar zo is het toch nog verder uit elkaar.” Iedereen wast zijn handen meerdere malen per dag. Zaken als deurklinken, tafels en telefoons worden vier keer per dag grondig schoongemaakt en gedesinfecteerd. Omdat Dalco tot de vitale sector behoort is er nu ook een kinderopvang voor collega’s met partners die ook een essentieel beroep hebben. Er is in een korte tijd dus veel veranderd. “Tot nu toe gaat het goed, maar we zitten er nog steeds bovenop.”
Back to basics
Maar omdat Dalco Food ook levert aan klanten binnen de food service, lopen ze daar toch flink wat omzet mis. In de retail gaat het natuurlijk goed, maar Marian merkt op dat mensen wel veel minder vaak naar de winkel gaan. Mensen nemen lijstjes mee naar de winkel en besteden er minder tijd. “En wat je nu op het lijstje ziet is, denk ik, veel vlees.” Gehakt, worst, speklappen. “Ik denk dat mensen nu heel erg terug naar de basis gaan,” vertelt Marian. “En als er nu iets niet verkrijgbaar is, dan gaan mensen ook niet de volgende dag nog even terug.” Wel verwacht ze dat de zomer een goede tijd gaat zijn. “Normaal heb ik dan een dip omdat mensen niet in Nederland zijn.” Het ziet er naar uit dat dit deze zomer inderdaad anders gaat zijn.
Het einde van de zakenreis
Marian denkt dat er een aantal dingen zijn waar mensen toch wat meer over na gaan denken door dit virus. “Ik verwacht wel dat mensen meer vegetarisch gaan eten.” Ook denkt ze dat vergaderen zoals dit eerst ging voorgoed voorbij is. “Ik ben wel eens naar Engeland gemoeten voor een vergadering van 2 uur,” zegt ze. “Dan ben je 2 dagen weg, eigenlijk hoeft dat voor mij echt niet.” Ze merkt dat haar collega’s het thuiswerken lastig vinden. Ze willen graag weer komen werken. Marian wil natuurlijk ook dat ze terug kunnen komen. “Het thuiswerken gaat nu goed, daar is vertrouwen in,” begint ze. “Je moet het kunnen combineren met de sociale kant.” Een paar dagen per week thuis werken ziet ze dus wel gebeuren. Maar wat van Marian zeker mag blijven is alle creativiteit die de crisis met zich mee brengt. “Dat geeft zo veel energie.”
Wat denken jullie, is deze crisis het einde van zakenreisjes, of vliegen we straks gewoon weer naar een ander land voor een vergadering?