Agriprogress: La tutta bella familia
Iedereen heeft zich de afgelopen weken aan moeten passen aan het nieuwe normaal. Voor mij betekende dat na 5 weken in Kopenhagen opnieuw m’n spullen pakken. Terug naar Nederland en geen buitenlandstage. Gelukkig betekende dit voor mij wel dat ik deze blogs mocht gaan schrijven. Op het moment dat ik Pieter Helfferich van Agriprogress sprak had hij eigenlijk in Roemenië moeten zijn. Op een beurs. Samen met een groep toeleveranciers en melkveehouders hadden ze daar willen staan om te praten over precisielandbouw. Maar nu zit hij, net als vele mensen over de wereld met hem, thuis. Achter zijn laptop. Maar zeker niet de hele dag. “Met zulk mooi weer 5 dagen lang 8 uur per dag achter de computer, dat moet je niet willen,” vertelt hij. “Dat heeft weinig nut.” In plaats daarvan gaat hij wandelen of fietsen. Of het land in met de weidevogelbescherming.
Van Roemenië tot Nepal
Het bedrijf van Pieter, Agriprogress, staat voor duurzame vernieuwing in agri en food ketens. Met behulp van een groot netwerk aan experts verzorgt hij business consultancy en trainingen. Allemaal met het doel om bedrijven en markten in verschillende sectoren duurzaam te ontwikkelen. Voor de crisis deden ze veel projecten in Roemenië. Ook in Oekraïne is Pieter veel geweest. Ze werken hiernaast nog samen met boeren en tuinders uit Zuid-Korea en Nepal. Toen de realiteit van de crisis begon in te dalen, waren een aantal melkveehouders uit Nepal onderweg naar Deventer. Ze zouden trainingen komen volgen. In Dubai werden ze tegengehouden en moesten ze terugkeren. Er was iemand ziek geworden, dus ze mochten niet verder reizen.
De keerzijde van ontwikkelingslanden
“Het kost ons wel behoorlijk wat omzet,” vertelt Pieter. “En eigenlijk moet het nu gebeuren, in deze periode.” De landen waarmee hij werkt zijn volgens hem kansrijk, maar het brengt voor hem ook onzekerheid. “Er is qua efficiency nog zo veel te ontwikkelen in die landen,” zegt hij. Volgens Pieter gaat het in eerste instantie nog om opbrengsten verhogen. “Maar als ze ons hier bezig zien met mineralencycli zet ze dat toch wel aan het denken.” Er is nu door de crisis ook een keerzijde. Pieter vertelt me dat allerlei projecten zijn afgelast. “Je weet in deze landen nooit of het opschuift, of dat het helemaal niet doorgaat.”
Een moment voor reflectie
Zijn grootste zorg is dan ook dat deze situatie nog wel even duurt. Zijn bedrijf overleeft het wel. Het is vooral de economie en de maatschappij waarover hij zich druk maakt. “Denk je in dat je niet naar de begrafenis van een vriend kunt,” stelt hij. “Geen afscheid kunnen nemen, ik denk dat dat toch trauma’s oplevert.” Toch ziet hij er ook positieve kanten in. Hij ziet het als een moment voor reflectie. “Ik ben zelf 58, dan ga je misschien toch wat meer nadenken over wat echt belangrijk is.” Hij hoopt dat de rest van de wereld dit ook doet. Reflecteren op waar we nou eigenlijk mee bezig zijn.
Tutta bella familia
Pieter kan zich voorstellen dat de coronacrisis ervoor gaat zorgen dat we wat meer naar de Italiaanse sfeer gaan. “Niet qua corona natuurlijk, maar qua familie.” Omdat dit virus nu boven alles gaat, en alles stil staat, wordt het cirkeltje om je heen belangrijker. Mensen krijgen meer oog voor hun eigen regio. Wat hij ook nog wel ziet gebeuren: een groot feest als de crisis voorbij is. “Ik denk dat er een soort groots carnaval gevierd gaat worden,” vertelt hij. “Mensen zullen helemaal uitgelaten zijn en alles doen wat van God los is.”
Een herwaardering van de natuur
In de blog die Annet in 2018 over Agriprogress schreef, gaf Pieter aan te willen dat consumenten en bedrijven meer respect voor de natuur zouden hebben. Ik vroeg hem wat hij denkt dat het effect van de coronacrisis hierop is. Hij merkt op dat hij veel mensen in de natuur ziet. Er is weinig vertier, dus iedereen gaat lekker naar buiten. “Je hoopt dan wel dat dat een herwaardering oplevert.” Of dit ook echt daadwerkelijk tot ander koopgedrag in de supermarkt gaat leiden durf hij niet te voorspellen. “Wie zal het zeggen, maar ik denk wel dat mensen erover na gaan denken.”
Wereldwijde voedselveiligheid
Ook hoopt Pieter dat deze crisis leidt tot meer samenwerking. Over de hele wereld. “Er zijn mensen die nu vinden dat de intensieve veehouderij aangepakt moet worden,” zegt hij. “Dat vind ik verschrikkelijk.” Hij vindt het onterecht om nu die sector zo onder druk te zetten. Meer waarde ziet hij in het op de kaart zetten van voedselveiligheid. “Je ziet nu door die pandemie veel samenwerking tussen landen,” noemt Pieter. Hij hoopt dat dit ook na de crisis doorzet en zorgt voor meer voedselveiligheid. Voornamelijk in landen waar dit nog niet optimaal is. “Er zal in ieder geval vraag zijn naar veilige producten.”
Terug naar de essentie
Pieter ziet ook een kans voor andere ketens. Hij noemt dat er al veel wordt gepraat over alle grondstoffen die we importeren en exporteren. “Omdat de essentie van het leven nu belangrijker wordt, komt er misschien ook aandacht voor de essentie van dingen.” Volgens Pieter zou dit best eens kunnen betekenen dat dierlijke productie in de toekomst dichter bij de grondstoffen plaats gaan vinden. Ook om de druk op het milieu te verminderen. “Ik hoop dat we door dit virus als mensheid meer in balans willen gaan leven met de natuur.” Ik hoop in ieder geval met hem mee.
Wat denken jullie, zorgt dit virus ervoor dat we de natuur meer gaan waarderen? Laat het achter in de reacties!