Het publieke belang blijven dienen
Al bijna 4 maanden lang staat onze wereld stil. Iedereen wordt gedwongen om zich op zijn of haar manier aan te passen aan de veranderingen die het Coronavirus met zich meebrengt. Zelf was ik (Tomas) druk bezig met de voorbereidingen op mijn buitenlandstage naar het prachtige Goa, India. Andere studenten waren al in het buitenland, maar nu zitten we bijna allemaal uit noodzaak thuis. Dit vergt aanpassingsvermogen.
Voor deze blog heb ik Gerben Maij geïnterviewd, hij werkt als Divisiehoofd Regie en Expertise bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Deze functie bekleedt hij pas sinds 1 februari 2020. Tijdens deze crisis is hij ook de contactpersoon corona voor de Directie Handhaven, hier valt twee derde van de NVWA onder. Tijdens het interview vertelt Gerben mij dat de uitdaging van deze nieuwe functie groot is. De start ervan viel samen met het begin van de Coronacrisis in Nederland.
Werk thuis indien mogelijk
Ook de NVWA werkt volgens de richtlijnen van de RIVM: ‘Werk thuis indien mogelijk’. Toch is er personeel dat wel noodzakelijk de deur uit moet. Als toezichthouder op onze voedselketen moet de NVWA normaal gesproken op veel plekken tegelijkertijd zijn. Momenteel gaan ze alleen fysiek op bezoek voor het hoogstnoodzakelijke. “Je moet een goede redenering en onderbouwing hebben om mensen toch op pad te sturen”, vertelt Gerben tijdens ons videogesprek. “Veel zaken gaan nu anders dan gewoonlijk, veel controles gebeuren digitaal, op afstand. Veiligheid van onze medewerkers staat voorop. Toch is de aanwezigheid van de NVWA op sommige plekken in de voedselketen noodzakelijk tijdens de Coronacrisis. Meldingen komen elke dag binnen, er blijven altijd mensen die de regels aan hun laars lappen.” De NVWA moet handelen met een goede balans, ze moeten het publieke belang blijven dienen. Gerben geeft aan dat er ook plekken zijn waar de NVWA minder nodig is op het moment, zoals toezicht op de horeca en evenementen. “Momenteel staat dit op een laag pitje, Ik ben dan ook erg benieuwd hoe dit zich gaat ontwikkelen in de nabije toekomst.”
Veel mensen en weinig ruimte in het slachthuis
De NVWA opereert in talloze segmenten van de voedselindustrie. Een segment dat in de samenleving gevoelig ligt, zijn de slachthuizen. Mensen willen er zeker van zijn dat hun runderhaas of varkenskarbonade op een goede manier op hun bord beland. Deze slachthuizen vereisen daarom de aanwezigheid van de NVWA. “Voor de medewerkers van de NVWA is dat aanwezig zijn tijdens de Coronacrisis ingewikkelder geworden, soms zijn er veel mensen en weinig ruimte binnen een slachthuis.”
Juist hier wegblijven zou grote gevolgen hebben
De NVWA heeft een slapend crisiscentrum dat altijd paraat staat om te handelen wanneer de voedselindustrie dat vereist. Mondkapjes en handschoenen waren in het begin van de crisis aanwezig. “Maar het ging wel erg hard”, geeft Gerben aan. “Ik was ook erg blij toen ik te horen kreeg dat wij 5000 mondkapjes krijgen via het Rijks inkoopkanaal. Onze mensen hebben die hard nodig. Je zal er maar staan, in een slachthuis tussen alle medewerkers en met allerlei dieren om je heen. Dan wil je ook goed beschermd zijn. Deze mensen zijn ook tijdens deze crisis hard nodig op locatie. De vleesindustrie is belangrijk voor de voedselvoorziening, en tegelijkertijd blijkt in de praktijk telkens weer dat toezicht hier hard nodig is. Juist hier wegblijven zou grote gevolgen hebben voor de voedselvoorzieningen.”
Mondiaal meer regionalisering
Tijdens mijn gesprek met Gerben spreken we ook over de tijd na het Coronavirus. “De huidige situatie laat zien dat wij voor de productie van bepaalde producten afhankelijk zijn van maar enkele landen. Denk aan mondkapjes uit China”, merkt Gerben op. Ik ben als student parttime medewerker bij een visafdeling ineen groothandel en ik merk dat ook, bij bepaalde producten, zoals verse tonijn en andere importvissen. Producten worden momenteel steeds slechter leverbaar of soms helemaal niet geleverd. Gerben zegt dat hij niet raar op zal kijken als er wat meer regionalisering plaats zal vinden over de gehele wereld. “Landen willen misschien toch wat minder afhankelijk zijn van elkaars diensten of producten. Momenteel is de veestapel in Nederland gigantisch groot. Het merendeel van deze veestapel heeft als bestemming de export. Moeten wij ons niet afvragen wat er bijvoorbeeld gebeurt als ook dieren in onze veestapel COVID-19 krijgen?”
Corona ook een stimulans voor vernieuwing!
Buiten de minpunten van deze crisis hebben we ook gesproken over eventuele kansen die de crisis met zich meebrengt. Gerben vertelt: “Door deze situatie kan vernieuwing optreden. Een fysieke inspectie bij een bedrijf is vaak erg nuttig. Maar bijvoorbeeld een controle op subsidievoorwaarden van grondgebonden subsidies kun je tegenwoordig afwerken met satellietdata. Je kunt veel meer op afstand vaststellen en inspecteren dan gedacht. De NVWA controleert steekproefsgewijs of deze subsidies rechtmatig zijn. Vaak gaan deze subsidie aanvragen over bijvoorbeeld natuurmaatregelen op een perceel.
“Deze technieken moeten dan wel door de Europese Commissie goedgekeurd worden, de Coronacrisis werkt hiervoor wellicht versnellend. Door het optimaliseren hiervan kan de NVWA op veel meer plekken tegelijkertijd zijn, door het efficiëntere werken op een digitaal platform. Hierdoor zouden we meer uit het budget halen waar zij jaarlijks aan gebonden zijn.”
De gehele situatie bij de NVWA schetsen tijdens de Coronacrisis blijft lastig gezien hun brede werkveld. Toch denk ik hiervan een aardig beeld neergezet te hebben. Ik ben benieuwd naar de bedrijven en organisaties die ik in de loop van de komende weken nog mag interviewen!