Cafetaria De Neus: laat de gezelligheid niet verloren gaan
De aardappel. Hij is de laatste tijd nogal eens in het nieuws. Door het sluiten van de horeca en alle geannuleerde evenementen zijn ze onverkoopbaar geworden. Omdat boeren nog maar een bodemprijs voor hun pieperoogst krijgen en met overschotten zitten, hebben sommige het heft in eigen handen genomen. Soms worden ze gratis uitgedeeld, een andere boer heeft weer een aardappel drive-through opgezet voor iedereen in de buurt. Maar wil helemaal niemand dan meer frietjes eten? Gelukkig voor Hans Geurts van cafetaria De Neus uit Zeist, toch nog wel. Hij heeft overigens al wel een jaarcontract voor zijn aardappels. Hans is 64 en bakt al 32 jaar friet. “Wij zijn een buurtcafetaria,” zegt hij, “maar wel op een andere manier.” Tot voor de coronacrisis natuurlijk, voegt hij er nog aan toe. Je kunt bij cafetaria De Neus binnenlopen voor gewone of huisgemaakte friet. Of patat, zoals het in Zeist heet.
Een dure les
Hans had 4 jaar geleden, tijdens zijn gesprek met Annet, plannen om uit te breiden met een houtskooloven en huisgemaakte dranken. “Voor een hogere smaak en hogere beleving voor de gasten.” Daar zouden dan de spareribs, saté en hamburgers in gemaakt worden. Maar Hans laat me weten dat dat niet helemaal uit de verf is gekomen. “Dat was zakelijk gezien een beetje onhandig.” Maar hij heeft er wel een belangrijke les uitgehaald. “Mensen komen voor de friet, dat is het belangrijkste.” Hij vertelt me dat veel cafetariahouders, waaronder hij, te veel op een restaurant willen lijken. Hij is er inmiddels achter dat je dat niet moet willen. “Je moet gewoon een goeie cafetaria zijn, met betere producten.”
Mensen komen gewoon niet eten
Maar de uitgebreide kaart die Hans normaal heeft, moest inkrimpen door de coronacrisis. Zo konden ze ervoor zorgen dat iedereen 1,5 meter afstand van elkaar kon houden. Aan twee kanten frituren, in het midden een bakplaat en een station voor alle sausjes. “Sommige dingen nemen te veel tijd in beslag,” vertelt Hans. Dus dat was er allemaal even uit. Maar inmiddels heeft hij me laten weten dat het assortiment gelukkig weer op volle toeren draait. Ook de openingstijden moesten aangepast worden. Woensdag tot en met zondag van 4 tot 8. Overdag had geen zin, want alles was dicht. “Mensen komen hier gewoon niet eten.” Bezorging heeft ook zijn intrede gedaan bij de Neus. Hans had al een app voor afhalen. Er hoefden alleen nog wat fietsen aangeschaft te worden.
Niet Hans zijn 1ste crisis
Hans verwacht dat zijn zaak het wel gaat overleven. “We hebben al wel eens eerder een crisis meegemaakt,” zegt hij. Toen bleven de mensen ook komen. Hij vertelt dat er allerlei mensen friet bij hem komen halen en dat hij niet denkt dat zijn trouwe klanten weg zullen blijven. Maar er zijn ook zorgen. “Ik denk dat er werkeloosheid aankomt van hier tot en met Tokio,” stelt Hans. “Ik weet niet of mensen het dan allemaal nog wel kunnen behappen.” Zijn eigen toekomstplannen zijn nu ook niet meer zo zeker. “Ik ben bijna 65, over een jaartje of 2 zou ik m’n zaak wel willen verkopen.” Hij vraagt zich af of dat nu nog wel door kan gaan. Er komt een diepe crisis aan. “Wie kan het zich dan veroorloven om een bedrijfje te beginnen?” Hans voegt eraan toe dat hij zeker geen hekel aan zijn werkt heeft. “Ik doe het nog met alle liefde en plezier, maar ik merk wel dat ik er lichamelijk wel langer over doe om te herstellen.”
Geen omhelzingen, hugs of kussen
Hans legt me uit dat hij het jammer vindt dat de simpele dingen verloren gaan. “Het begroetingsgebaar dat we hebben, elkaar de hand schudden, dat kan al niet meer.” Hij denkt dat hierdoor de houding van mensen tegenover elkaar gaat veranderen. “Elkaar even omhelzen, huggen of kussen, dat zal minder worden.” Ook in cafetaria De Neus zullen nu de tafels wat verder uit elkaar moeten. Er zullen minder stoelen gevuld kunnen worden dan voorheen. Hans is bang dat er gezelligheid verloren zal gaan. Daarvoor wil hij op zijn hoede zijn. Maar hij denkt ook dat er een andere kant aan zit. Hans vindt de Westerse maatschappij verwend met alle keuzes tussen bijvoorbeeld biologisch of veganistisch eten. Als je arm bent wil je gewoon eten, dan maak je je niet druk over een biologisch keurmerk. Hans denkt dat mensen dit door deze crisis wat meer gaan beseffen.
Wat voor ‘simpele dingen’ denken jullie dat er verloren gaan door de coronacrisis?