Over eigenwijze tomatentelers die al heel lang milieubewust telen
Geloof het of niet, maar 50 jaar geleden plukte ik mijn eerste kastomaat. Teelt in de grond, luchtramen met de hand open zetten en weer dicht natuurlijk, kunstmest met de hand strooien, tomaten met de hand trillen of tikken (voor bestuiving van de bloem), tomaten plukken in manden en met de hand veilingkistjes vullen en afwegen. Toen was het pas zwaar, warm en vies werk. Nu ik dus wat ouder ben, hoor je mij niet zeggen dat het vroeger beter was. Gelukkig verdiende het goed, een gulden per uur was een heleboel geld. Toen ik 16 was, kon ik gemotoriseerd naar de middelbare school 15 km verderop.
Tegen de wind in
Vroeger was het niet zo moeilijk om insectenplagen in de hand te houden. Eerst even een sigaret roken om te kijken hoe de trek in de kas stond en daarna met kaliumcyanide aan de gang, tegen de wind in. Succes gegarandeerd. Altijd met z’n tweeën, en in geval van nood mocht je door het glas de kas uitstappen. Die tijd, vroeger dus, ligt nu echt heel ver achter ons.
Hommels
We telen al zo lang milieubewust, dat niet iedereen zich meer het bijbehorende vlinderlogo zal herinneren. Milieu Bewuste Teelt (MBT) heette het. Dat hield bijvoorbeeld in dat je niet meteen ging spuiten of stuiven, maar dat je eerst eens naar de biologie greep. Ik denk dat we die toen zo’n beetje te danken hadden aan een paar eigenwijze tomatentuinders die letterlijk en figuurlijk allergisch werden van/voor het spuiten. Zowel Bunting in Engeland als Koppert (die van de bio) in Nederland ontdekten al snel dat de biologie haar werk ook heel aardig kon doen. Als je dan toch geen chemische insecticiden meer gebruikt, kun je misschien wel ophouden met tomaten trillen en tikken, en hommels dit tijdrovende karweitje om de vruchtzetting een handje te helpen, laten overnemen. Tomatenbestuiving met behulp van hommels is nu dus standaard.
Biologische bestrijding is standaard
Biologische bestrijders kun je bij meer bedrijven kopen en ‘onze’ Koppert Biologische bestrijding is inmiddels een speler van wereldformaat. Vooral in de glastuinbouwvoedingsgewassen is biologische bestrijding standaard en wordt af en toe nog een stukje kas gespoten. Ons geluk is dat we altijd schoon kunnen beginnen vanuit zaad en dat de plantenkweker alvast met de biologie, zoals dat heet, begint. Dan gaat het verder vaak heel aardig.
Bespoten en onbespoten op één hoop
In de glasgroenteteelt doen we het dus zo gek nog niet met onze good en best practices. Jammer dat die consument vaak denkt dat een onbespoten EKO-product toch net wat gezonder is en daar dus ook een hogere prijs wil betalen. Ik begrijp er niks van. We telen 80% of meer onbespoten en dus gifvrije tomaten, maar spuiten af en toe op andere plaatsen in de kas. Geïntegreerde teelt dus. Ik begrijp niet dat als de spuitrobot weet waar hij spuit, en anders de tuinder wel, dat je dan bespoten en onbespoten tomaten op 1 grote hoop gooit vlak voor de verkoop. Ik sluit niet uit dat je residucontrole doet van tomaten op een plek waar niet eens gespoten is.
Gedifferentieerd afzetten
Ik heb de oplossing wel in deze tijden van data-science: van geïntegreerde teelt naar gedifferentieerde afzet, grotendeels onbespoten en een beetje bespoten maar wel, controleerbaar, onder de residunormen. Zolang bijvoorbeeld Spruzit (op basis van insecticiden uit de Pyrethrumplant) in de biologische teelt gespoten mag worden, heeft de consument dan eindelijk de keuze uit een echt onbespoten, Hollandse tomaat naast minder onbespoten alternatieven. Dat is goud, toch?