Extra Blog Over Vinkjes en Stoplichten

Het Vinkje gaat verdwijnen kondigde de minister aan 2 weken geleden. Daarvoor in de plaatst komt een app, een voedingsapp. En het Voedingscentrum gaat die ontwikkelen. Maar een app is niet hetzelfde als een logo. Niet iedereen gebruikt een app. Om toch een breder publiek te helpen bij het maken van de gezondere keuze heb je ook informatie op de verpakking nodig. Die discussie is dus nog niet klaar. Daarom een blog over Vinkjes en Stoplichten….
Er is een Engelse term voor ‘Front of Pack Labelling’: Vereenvoudigde communicatie om consumenten te helpen bij het maken van gezondere keuzes. Zoals logo’s, dagelijkse richtlijnen, stoplichten: Het is al in veel blogs voor HAS Voedseldialoog langs gekomen. Een onderwerp waar nog wel meer over te vertellen valt. En daarbij ga ik het alleen hebben over gezondere keuzes (en niet over keurmerken voor duurzame, diervriendelijke, eerlijke keuzes) .….

Front of Pack (FOP) labelling

Of: Vereenvoudigde communicatie via het etiket. Dit wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie gezien als een van de vele maatregelen die overheden kunnen nemen als onderdeel van hun voedselbeleid. FOP labelling is werkzaam via 2 routes: Consumenten helpen bij het maken van gezondere keuzes (1) en Producenten stimuleren hun producten te verbeteren (2).

Voedingsprofielen

Er zit altijd een systeem van normen achter waaraan de samenstelling van producten moet voldoen. Vaak zijn dat maximale hoeveelheden zout, verzadigd vet, suiker. Want daar krijgen we teveel van binnen. Maar het kunnen ook andere voedingsstoffen of ingrediënten zijn (energie, vezel, groenten). Wereldwijd bestaan er veel van deze systemen. Niet alleen voor FOP labelling, maar ook voor andere doeleinden, zoals alleen productverbetering, kindermarketing en gezondheidsclaims. Deze systemen worden Voedingsprofielen genoemd, in het Engels: ‘Nutrient Profiles’.

Vereenvoudigde communicatie leidt tot informatieverlies

Er zijn verschillende manieren om consumenten te helpen gezondere keuzes te maken. De Voedingswaarde declaratie (helemaal rechts), is het meest compleet: Producenten zijn verplicht te vermelden op de verpakking hoeveel energie (kcal), vet (waarvan verzadigd), eiwit, koolhydraten (waarvan suiker) en zout een product bevat. Alle andere vormen zijn niet verplicht. Het plaatje hierboven laat zien dat bij de vormen die extra hulp bieden om gezondere keuzes te maken, er altijd verlies van informatie plaatsvindt. Logisch, want er wordt een interpretatie gedaan. Hoe dat gebeurt, bepalen de voedingsprofielen, de normen. Zoals bv ‘een maximale hoeveelheid suiker in de frisdrank’. De normen bepalen de kleur van het stoplicht en of er wel of niet een logo op de verpakking staat.

Succesfactoren

In december 2015 was ik als vertegenwoordiger van Nederland/het Vinkje bij een bijeenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie, waarin ervaringen met de Stoplichten en Vinkjes (‘FOP labelling’) van veel landen werden uitgewisseld. Het rapport moet nog uitkomen. De belangrijkste succesfactoren uit mijn aantekeningen: 1. Breed draagvlak (iedereen betrokken: industrie, overheid, consumentenorganisatie, diëtisten, ect); 2. Een overheid die leidend optreedt; 3. Normen vastgesteld door experts; 4. Logo of stoplicht is op alle voedingsmiddelen aanwezig; 5. De gezondere keuzes moeten logisch zijn voor consumenten; 6. Evaluatie is belangrijk (wat gebeurt er met producten en consumenten).
Hoe zit het nu met het Vinkje? Hieronder een evaluatie van de 6 succesfactoren: X (fout) of V (goed)

1.Het Vinkje: Geen breed draagvlak X

Daar gaat het al meteen mis bij het Vinkje. Het feit dat er zoveel discussie is, dat de Consumentenbond met een anti-Vinkje campagne is begonnen, laat zien dat er beperkt draagvlak is. Het Vinkje heeft altijd wel draagvlak gehad bij het levensmiddelenbedrijfsleven. Keurmerken liggen in het algemeen beter dan Stoplichten bij het bedrijfsleven. Hoewel er uitzonderingen zijn. Coca Cola is éen van de bedrijven die wel enthousiast is over de Stoplichten. Coca Cola heeft maar 1 rood stoplicht en dat valt niet eens zo op.

2.Het Vinkje: Overheid is niet leidend X

Ook daar is het ook behoorlijk misgegaan in Nederland. Vanaf het begin heeft de overheid het initiatief bij het bedrijfsleven gelegd. Dit heeft ook tot het beperkte draagvlak geleid. Pas toen eerder dit jaar de discussie zo hevig was geworden, dat aan het bestaansrecht van het Vinkje getwijfeld werd, is ook de overheid begonnen met een evaluatie. Deze is nog niet afgerond, toch heeft de minister al wel aangekondigd dat het Vinkje gaat verdwijnen. De stekker is eruit getrokken. Er ligt nu een opdracht bij het Voedingscentrum om in plaats van het logo een app te ontwikkelen. Het lijkt erop dat de overheid nu meer regie aan het nemen is….op zich een goede ontwikkeling. (Even los van het feit of de app nu zo’n goede vervanger van een logo is.)

3.Het Vinkje: Normen vastgesteld door experts V

Dit zit wel goed in elkaar bij het Vinkje. Er is een onafhankelijke, wetenschappelijke commissie die de normen bepaalt. Die normen zijn de afgelopen 10 jaar meerdere malen aangepast. Ik ben daar sinds kort zelf ook bij betrokken. We moesten aan de slag, want deze normen liepen parallel aan de ‘oude’ Schijf van Vijf. Nu is de Schijf van Vijf veel strenger geworden. En zijn deze normen niet meer stimulerend voor productverbetering. Daar zouden we dus een oplossing voor bedenken, maar of dat nog nodig is, is de vraag.

4.Het Vinkje: Logo is niet op alle voedingsmiddelen aanwezig X

Dat komt omdat er in Nederland, net als in Groot Brittannië alleen een systeem is met vrijwillige deelname. Dit is voor het Vinkje een groot probleem: omdat niet alle bedrijven meedoen, kan de Nederlandse consument niet zien of een product geen logo heeft omdat het ongezond is, of omdat de producent niet meedoet. Het heeft met de verschijningsvorm te maken. Het kan anders. Bij het Health-Star-Rating systeem in Australië/Nieuw Zeeland, zie je wel het verschil tussen producten die ‘niet meedoen’ (ze hebben geen logo) en ‘niet gezond’ zijn (weinig sterren). Dit geldt overigens ook voor de Stoplichten. Hieronder staat het Health-Star-Rating logo: hoe meer sterren, hoe gezonder een product is, bijvoorbeeld twee ontbijtgranen:

5.Het Vinkje: Gezondere keuzes zijn niet logisch X

Ook dit gaat niet goed. Om productverbetering te stimuleren heb je normen nodig die afgestemd zijn op productgroepen. Want de samenstelling van voedingsmiddelen verschilt sterk. Er zijn daarom Blauwe en Groene Vinkjes. Blauw op de extra-producten die je niet echt nodig hebt (sauzen, snacks, soep, ijs, frisdrank). En Groen op producten uit de ‘oude’ Schijf van Vijf (vlees, graanproducten, zuivel, vis) waar belangrijke voedingsstoffen inzitten. Consumenten begrijpen dit niet, het verschil tussen Blauwe en Groene Vinkjes is onduidelijk. Hieronder ligt ook de fundamentele vraag: of je het wel kan combineren in één systeem van normen: ‘productverbetering stimuleren’ en ‘logische gezonde keuzes’ voor consumenten. Misschien moet je daar wel op een andere manier mee omgaan. Ik zit zelf te denken aan een logo voor de logische gezonde keuzes en een voedingsapp voor productverbetering.

6.Het Vinkje: Evaluatie (producten en consumenten) X

Ook hier valt wel wat op af te dingen. Hoewel er consumentenonderzoek wordt gedaan naar het Vinkje, komt nu pas heel duidelijk naar voren dat Groen en Blauw zo moeilijk uit te leggen is aan consumenten. Misschien heeft het Vinkje zich toch te veel blind gestaart op haar bekendheid. Die is wel heel hoog gebleven (93%). Dat vindt ook de Consumentenbond in hun onderzoek. Maar veel belangrijker is de vraag of de consument in staat is gezondere keuzes te maken met hulp van het Vinkje. Over het effect op productverbetering is eigenlijk alleen in 2010 een onderzoek gepubliceerd, daarna niet meer.

De Nederlandse overheid heeft nu de regie genomen

Kortom, genoeg aanknopingspunten om het Nederlandse Vinkje (of wat daarvoor in de plaats moet komen) te verbeteren. De brief van de Stichting Ik-Kies-Bewust (beheerder van het Vinkje) aan de minister in augustus was een eerste stap. Daarin werd geadviseerd om te stoppen met het Blauwe Vinkje en werd de overheid gevraagd de regie te nemen. Dat heeft de overheid in zekere zin gedaan, door aan te kondigen dat het Vinkje gaat verdwijnen en het Voedingscentrum de opdracht te geven om een app te ontwikkelen.

Met die app alleen, ben je er nog niet…

Dus goed nieuws. Hoewel, alleen een app misschien niet zo’n goed idee is. Hoe enthousiast ik ook over apps ben, ik denk dat je de hulp via het etiket ook moet aanbieden. Daarmee bereik je veel meer mensen. En heel belangrijk, die app is er nog niet: Daar moet informatie achter zitten. En die informatie moet kloppen. Een belangrijke barriere zal zijn om deze informatie te verzamelen. Het gaat hier namelijk om heel veel informatie, die continue verandert. Dit is al eerder langsgekomen, bij de blog over de Questionmark App.
Nog wel even dit: Overigens is het niet zo dat je met een Stoplicht of een Vinkje de hele overgewichtsproblematiek kan aanpakken. En iedereen gezonder gaat eten. Het is slechts  één van de vele maatregelen nodig om ‘de gezonde keuze de gemakkelijke keuze’ te laten zijn.