Consumentenbond #2: Al sinds 2007 bezig met zoutreductie, maar het gaat zóó langzaam…
In 2006 kwam de Gezondheidsraad met de nieuwe normen voor zout (maximaal 6 gram/dag). Kort daarna startte de Consumentenbond haar campagne ‘Opzouten’, gericht op zoutreductie door de levensmiddelenbranche. Immers, 80% van het zout dat mensen eten, krijgen zij binnen via verwerkte levensmiddelen. De Consumentenbond begon met een symposium. De minister zou komen spreken en 3 dagen ervoor kwam de industrie plotseling met een Task Force ‘zoutreductie’. “Dat was een tactiek,” volgens Henry. “Om te voorkomen dat de overheid zich er teveel mee zou bemoeien. Het duurde toen nog anderhalf jaar voordat er een plan lag…”
Weeffout in Akkoord Verbetering Productsamenstelling
“En dat tijdrekken is nog steeds iets waartegen wij campagne voeren,” zegt Henry: “Volg je het Akkoord verbetering Productsamenstelling? Dat gaat ook erg traag. Er zit echt een weeffout in dat akkoord,” volgens Henry. “Immers, het bedrijfsleven stelt de normen.” Dat ben ik wel met hem eens. (In het Akkoord werken overheid en bedrijfsleven samen aan o.a. zoutverlaging in levensmiddelen.) De onafhankelijke Wetenschappelijke Advies Commissie (WAC) is weliswaar kritisch en vindt die normen door de industrie vastgesteld allemaal maar ‘matig ambitieus’, maar ondertussen legt de Stuurgroep van het levensmiddelenakkoord de adviezen van de WAC gewoon naast zich neer. Je kunt het hier allemaal volgen.
Het kan ook anders
In Groot Brittannië gaat dat anders, daar stelt de overheid de normen. De industrie kan daarop reageren. Daar zijn ze veel verder dan wij. Ook in de Verenigde Staten zijn heel recent door de FDA (Food and Drugs Adminstration, de overheid) normen voor zoutreductie gepubliceerd. Henry is benieuwd hoe het daar verder gaat.
Internationale aanpak
Producten gezonder maken, zout verlaging: het moet internationaal gebeuren. De markt is internationaal (zie eerdere blog). Nederland heeft het initiatief genomen tijdens haar voorzitterschap begin dit jaar voor een internationale (Europese) ‘Roadmap for Action on Product Improvement’. Toch hebben de Europese consumentenorganisaties (verenigd in BEUC, Bureau Européen des Unions de Consommateurs) en ook Groot Brittannië die Roadmap niet ondertekend. BEUC vindt dat de industrie teveel invloed heeft en is bang dat het een te log initiatief wordt, en Groot Brittannië voert hierin al haar eigen plan. “Je hoeft geen vadertje staat te hebben die alles regelt,” vindt Henry over de rol van de overheid. “Maar als het via zelfregulering niet van de grond komt, moet er iemand zijn die zegt: ‘daar moeten we naartoe!’.” De overheid dus.
Maar Henry is optimistisch. “Bij tabak is het ook gelukt. Na 40 jaar strijden door gezondheidsorganisaties is er nu bijvoorbeeld een rookverbod in de horeca.”
Kindermarketing
Kindermarketing is ook een belangrijk speerpunt van de Consumentenbond als het gaat om voeding en gezondheid. Ook hier wordt teveel overgelaten aan de zelfregulerende industrie. “Het gaat daardoor te traag,” volgens Henry. “Er zijn methoden om de regels te omzeilen en zwakke voedingskundige normen. Dus daar is ook nog heel wat werk te verzetten.” De Consumentenbond voert actie richting Kamerleden en presenteert voorbeelden waaruit blijkt dat het niet zo goed gaat. Over kindermarketing rond groente en fruit is Henry positief. Dat groente en fruit leuker wordt door marketing is juist geen probleem.
Intermezzo: Wat is Kindermarketing?
Het gaat hierbij vooral over het verleiden van kinderen met ongezonde voedingsmiddelen. Via vrolijke plaatjes, stripfiguren, speeltjes. Op de televisie, online, op verpakkingen, in de supermarkt (plank 2, ooghoogte voor kinderen), op school. In Nederland is geen wetgeving, er zijn wel gedragsregels. En we kennen ook de Alliantie Stop kindermarketing ongezonde voeding. De Consumentenbond is deelnemer vanaf de start begin 2015. Het is volgens de Alliantie alleen toegestaan om gezonde producten (zoals groente en fruit) aan te prijzen. Waarom? Overgewicht bij kinderen is een groot probleem. Het verleiden van kinderen met ongezond eten is onethisch. Ik ben het er helemaal mee eens.
Geen consumentenvertrouwen in E-nummers
Ik was wel benieuwd hoe hier tegenaan gekeken wordt vanuit de Consumentenbond. Zout en suiker zijn van belang voor smaak en houdbaarheid. Henry: “Als je het hebt over reductie van suiker en zout, dan wordt het voor bedrijven soms lastig als ze minder beschikking hebben over conserveringsmiddelen (E-nummers). Het claimen van ‘geen kunstmatige toevoegingen’ zorgt ervoor dat het consumenten-wantrouwen naar E-nummers wordt gevoed. Immers, waarom zou een bedrijf claimen dat er geen kunstmatige toevoegingen in zitten, dan moet er toch wel iets mee aan de hand zijn, zo redeneren consumenten ”. Daarnaast zijn er ook allerlei verhalen op internet. Henry betreurt dat fabrikanten daar heel actief op inspelen. Op mijn vraag wat de Consumentenbond hieraan doet, antwoord Henry: “Consumenten informeren over wat E-nummers zijn. En we komen in actie wanneer fabrikanten erg scheutig zijn over wat er allemaal niet in zit en niet op het etiket zetten wat er wel in zit”.
“Hoera! alles is weer goedkoper”
Tenslotte: soms krijg ik zelf buikpijn van programma’s als Kassa, die dan roepen: Hoera, alles in de supermarkt is weer goedkoper geworden. Voor HAS Voedseldialoog ben ik nu al vaker tegengekomen dat het kraakt en piept bij producenten omdat de duimschroeven door de supermarkt alsmaar verder aangedraaid worden. “Hoe ziet de Consumentenbond haar rol hierin? In jullie gids wordt tenslotte ook de ‘Beste koop’ aangeprezen?” Henry ziet dat genuanceerd: “Een duurder product hoeft geen beter product te zijn.” En bovendien vindt hij niet dat de consument hiervoor verantwoordelijk zou moeten zijn. Op mijn vraag ‘Wie dan wel?’ “De supermarkt.” Zijn persoonlijke visie: “Van mij mag er best wel een soort milieubelasting doorberekend worden, zodat de effecten op gezondheid, dierenwelzijn en milieu versleuteld zijn in de prijs.”
Wat zou jij ervan vinden als de prijs van voeding omhoog gaat ten bate van milieu en gezondheid? Reageer! Volgende blog HAS Voedseldialoog met de Consumentenbond: meer over ‘verkeerslichten’ en ‘Vinkjes’.