Questionmark #2: Wat er allemaal achter die Questionmark App zit…
Met de Questionmark App op je smartphone kun je producten scannen. Je krijgt een rapportje van het product. Met een cijfer voor duurzaamheid, diervriendelijkheid, mensenrechten en gezondheid. Hoe gaat dat nou allemaal in zijn werk? De wereld van fooddata heeft mij altijd geboeid. Je kunt pas iets zeggen over hoe gezond een product is als je weet wat erin zit. Maar dat geldt natuurlijk ook voor duurzaam, diervriendelijk en fairtrade. In de 2de blog over het interview met Questionmark voor HAS Voedseldialoog, lees je wat er allemaal achter deze app gebeurt…
We zijn begonnen in de supermarkt
“Toen we begonnen met de app”, vertelt Gustaaf Haan van Questionmark, “gingen groepjes werkstudenten in de supermarkt elk product fotograferen. Ze scanden de barcode, fotografeerden de ingrediëntenlijst en voedingswaarden en weer andere studenten klopten die gegevens in de computer. Gelukkig zijn we daarmee gestopt omdat we heel veel data van internet kunnen halen.” “Hoe doe je dat dan?”, vraag ik Gustaaf: “Daar hebben we zelf onder meer ‘scrapers’ voor ontwikkeld. Online robots die webshops uitlezen. Bovendien zijn we sinds kort aangesloten op GS1 (GS1 beheert de barcodes, met alle productinformatie).”
HANDIG OM TE WETEN: Ingrediënten en voedingswaarde
Supermarkten moeten als een product online te koop is, de ingrediëntenlijst en voedingswaarden op hun website te zetten. Het is namelijk informatie die verplicht op verpakkingen van voedingsmiddelen staat. Voedingswaarden worden in aantal gram per 100g, 100mL of per portie weergegeven: energie, eiwit, vet, waarvan verzadigd, koolhydraten, waarvan suikers, zout. En de ingrediënten staan in volgorde van wat er het meeste in zit.
Veel fouten in websites
“Dus gebruik je de websites van supermarkten?” vraag ik: “Ja, altijd met medeweten van de eigenaar van de website. Dat wil ik graag benadrukken.” “Hebben ze je gewaarschuwd dat daar vaak weinig van klopt?”, vraag ik. In ons eigen werk aan de HAS hebben we namelijk al meerdere malen ondervonden dat informatie op verpakkingen van voedingsmiddelen heel vaak anders is dan online. “Nou,” zegt Gustaaf, “we zijn er zelf achter gekomen dat daar veel fouten in zitten. Dat vind ik juist het grappige: omdat we veel van die online bronnen naast elkaar leggen zien wij ook waar de fouten zitten.”
Fouten vinden
“We doen geautomatiseerde checks. Bijvoorbeeld op etiketten staat ‘koolhydraten, waarvan suikers’. Dan kan de hoeveelheid suikers nooit hoger zijn dan koolhydraten. Toch is dit regelmatig zo. Je kunt eindeloos van dit soort checks bedenken. En in de geautomatiseerde checks komen de fouten naar boven. Nu moeten er nog wel mensen aan te pas komen om te kijken hoe de fouten opgelost moeten worden. “
Fouten oplossen
“Daarvoor hebben we een groep werkstudenten. Die krijgen een opdracht, bijvoorbeeld: van deze 220 producten klopt iets niet in de data. Zeg suiker in chocopasta. We vergelijken onze gemiddelden met die van de NEVO (Nederlandse Voedingsmiddelentabel). Als daar een te groot verschil tussen is, zeggen we: ga maak kijken waar het aan ligt. Uiteindelijk willen we dat ook automatiseren.”
Geen plantages bezoeken
Dus dat is de dataverzamelingskant. Daarmee is bekend welke ingrediënten er in het product zitten. De experts van Questionmark onderzoeken vervolgens wat het risico is van een bepaald ingrediënt. Dat levert een score op voor dat ingrediënt. Ze zoeken naar mensenrechten problemen, of milieuproblemen of duurzaamheid. Gezondheid gaat anders, dat komt in de 3de blog. De experts doen literatuuronderzoek, gebruiken openbare bronnen. Ze bezoeken geen plantages. Maar kennis veroudert snel. Zo worden er regelmatig nieuwe standaarden voor het welzijn van kippen ontwikkeld. Na een half jaar is zo’n score alweer verouderd.”
Doorvragen
“Als we de informatie over het ingrediënt weten, vragen we vervolgens aan bedrijven of ze zelf nog specifiek maatregelen nemen om het risico te verminderen. Bv een keurmerk. Of we vragen ze of ze aan hun grondstoffen-inkopers eisen stellen. En dat verwerken we in de score. Gezamenlijke ingrediënt scores bepalen het cijfer van het product (van 1 tot 10).”
Het ene ingrediënt is het andere niet
“Hoe definieer je nu de verschillen? Het ene ingrediënt is het andere niet. En het staat vaak maar op 1 manier op het pak.” vraag ik Gustaaf: “Daar doen we ook aannames in, omdat we het zelf ook niet altijd weten. Sommige producten komen uit meerdere landen. Bijvoorbeeld hazelnoten, ananassen of cacao. Op basis van CBS gegevens zien we dat 40% uit het ene land en 60% uit het andere land komt. Dan gebruiken we deze verhouding. Maar als we denken dat we daarmee de problemen onderschatten, gaan we uit van de slechtste situatie, de ‘worst case’. Dat doen we bijvoorbeeld bij vis.”
Waar komen de boontjes vandaan?
“Wat nog lastiger is: verse groente in de supermarkt. Het verschil in milieu-impact tussen het boontje uit Kenya en Nederland is groot. En soms verschilt de herkomst per week. Daarvoor hebben we een waarschuwing ingebouwd in de app. Die zegt tegen de consument: doorgaans komt dit boontje uit Kenya, maar controleer het zelf op de verpakking of op het schap. En dan kan de consument eventueel een ander land kiezen, wat dan ook een weer een andere score oplevert.”
Breed draagvlak is heel belangrijk
Questionmark is in gesprek met vele partijen. Want breed draagvlak is heel belangrijk. “Het is de kunst om te zorgen dat in onze methode van scoren niet alleen de stem van de kritische maatschappelijke organisaties zit. En ook niet alleen de stem van de industrie. Maar een zo breed mogelijke consensus,” benadrukt Gustaaf. “Zodat je het over hetzelfde hebt.”