Het ‘Beter Leven Keurmerk’ is sterk gegroeid in 2016. Het nieuwsbericht komt net langs terwijl ik deze blog aan het schrijven ben. De consument vindt duurzaamheid dus steeds belangrijker. Vion als grote slachter en vleesverwerker bevindt zich op een knooppunt in de vleesketen. Dat is een interessante plek, nu de consument steeds meer eisen stelt. Het tegemoetkomen aan de eisen van de consument wordt steeds belangrijker voor alle schakels in de keten. Iedereen in de keten dient zich te realiseren dat hij voedsel produceert. Van graankorrel voor het voer van de dieren tot en met het schap in de winkel… Bert Urlings, Directeur Kwaliteit van Vion vertelt hierover in de 2de blog over deze grote vleesverwerker voor HAS Voedseldialoog. Wie is de baas in de vleesketen? Vion niet…
Vion is dus niet de baas. Vion zit in het knooppunt van de vleesketen. In de
vorige blog kwam het al even langs. De vele veehouders (de boeren) leveren aan slechts enkele slachterijen (Vion, dus) die weer leveren aan veel vleesverwerkers. En die vleesverwerkers leveren aan klanten, waarvan sommigen heel groot zijn. Wie is dan de baas in die keten? Bert kaatst mijn vraag terug: “Wie denk jij dat de baas is?” De consument, dacht ik. “Ja en nee,” antwoordt Bert. “Zoals gebruikelijk is het antwoord niet zo eenvoudig. Natuurlijk dient het voedsel te voldoen aan de eisen van de consument, maar vooral ook die grote klanten zoals grote fastfood bedrijven, supermarktketens en grote levensmiddelenfabrikanten stellen hoge eisen aan het voedsel. Voor deze grote afnemers is het van belang dat het voedsel elke dag opnieuw voldoet aan alle eisen, zodat hun merk en reputatie geen schade oploopt.
Handel in karkassen, alles ging om de prijs
Het is wel heel anders geweest. Tot zo’n 15 jaar geleden waren veevoerbedrijven vaak eigenaar van de slachterijen. Dit veranderde in de tijd, toen ZLTO (Zuid-Nederlandse Land- en Tuinbouw Organisatie) Vion overnam. “Daarvoor was de hele vleessector handel. Handel in karkassen, alles ging om de prijs. Supermarkten hadden vele vleesleveranciers. Ze ‘shopten’ iedere week ergens anders, om de prijs zo laag mogelijk te houden. “Daar moest wel een einde aan komen, zo kwam je helemaal nergens,” vertelt Bert. “Toen ik hier pas kwam werken, zeiden mijn nieuwe buren: ‘Oh je werkt bij de sport!’. Dat was spreektaal voor de exportcentrale Boxtel”.
Willy Selten
Ik moest natuurlijk aan de paardenvlees affaire denken met Willy Selten. Hij verkocht paardenvlees als rundvlees en voordat deze louche handelaar gesnapt werd in 2013, was het paardenvlees al verwerkt in producten van 500 afnemers door heel Europa. Een illustratie van die handel en ook van de veelheid aan spelers in de keten. “Dit zou overigens best nog een keer kunnen gebeuren”, volgens Bert. “Omdat het door de vele kleine spelers lastig beheersbaar is.”
Geen paardenvlees bij de grote klanten
Interessant is echter dat er geen paardenvlees in producten zat van grote klanten (de bekende grote voedingsmiddelenproducenten en de grote fastfood bedrijven). “Dat komt,” legt Bert uit, “doordat die grote bedrijven alleen zaken doen met vertrouwde ketenpartners. Zij kunnen het zich helemaal niet veroorloven om met mensen als Willy Selten zaken te doen. Ze hadden het al helemaal dicht getimmerd.”
Het ‘ketenstuk’ bij de boer spreekt de consument het meest aan
Omdat Vion op die centrale plek in de vleesketen zit, is het bedrijf bij uitstek in staat de afgeleide vraag van de consument te vertalen naar een betrouwbare productie (zoals het houden & vervoeren van dieren, het slachten) in de keten. De grote klanten, de levensmiddelenbedrijven en supermarktketens willen afspraken maken over hoe het in de keten eraan toe gaat. Het gaat ook om dat eerste stuk van de keten, bij de boer. Het levende dier dat spreekt de consument namelijk het meeste aan.
Beter Leven Keurmerk
Als voorbeeld noemt Bert het ‘Beter Leven Keurmerk’. Vion vraagt de boeren de varkens te houden volgens de ‘Beter Leven’ eisen. De supermarkt, of eigenlijk: de consument, vindt dit belangrijk. Hier zit overigens nog wel een vleesverwerker tussen. Tot nu toe geldt het ‘Beter Leven Keurmerk’ vooral voor vers vlees. Een aantal supermarkten in Nederland stellen deze eisen nu ook aan de vleeswaren. Allemaal huismerk producten.
Supermarkten willen liever geen A-merken
Vlees is een ‘traffic builder’, een reden waarom consumenten naar de supermarkt komen. A-merken zijn veel lastiger voor supermarkten, consumenten kiezen voor een merk, bijvoorbeeld de Unox worst, de producent ervan heeft meer macht dan producenten van huismerken.
Een geborgde keten
Het ‘Beter Leven Keurmerk’ bestaat nu 6-7 jaar. ‘Good Farming Star’ noemen ze het bij Vion, een internationaal bedrijf. Via het keurmerk laat je aan de consument zien dat het product aan eisen voor diervriendelijkheid voldoet. De varkenshouders zitten hiervoor onder contract bij Vion. Dat was voorheen niet. De supermarkt weet van welke varkenshouders het vlees komt. Er is een directe verbinding naar de consument toe. Een geborgde keten. In Nederland is ongeveer 15% van de markt ‘Good Farming Star’ of ‘Groene weg’. Dat laatste is een biologische keten, ook geborgd. In die biologische keten worden naast diervriendelijkheid ook eisen aan het veevoer gesteld.
Goed voor Vion
Na de paardenvlees affaire hebben meer bedrijven kritisch naar hun leveranciers gekeken. Sommigen hebben er 80% van hun leveranciers uitgegooid, zodat ze het geheel beter konden beheersen. Dat is heel goed voor Vion, die een centrale rol in de keten opeist.
Vanuit de gezondheidsperspectief heb ik wel eens jaloers naar het succes van het ‘Beter Leven Keurmerk’ gekeken. Waarom lukt dat daar wel? En waarom is een succesvol keurmerk voor gezondheid (
het Vinkje) zo moeilijk? Heb je daar ideeën over: Reageer! En: in de volgende blog over Vion voor HAS Voedseldialoog, meer over gezondheid.
Andere blogs over Vion:
Blog 1Vlees verwerker in het centrum van de vleesketen
Blog 3 Hoe (on)gezond is vlees?