Interview – MVO #2: Duurzame Palmolie?
Nieuwsgierig naar het verhaal achter het vet in onze voeding, kwam ik er tot mijn verrassing achter dat de oliën en vetten industrie meer exporteert dan bijvoorbeeld zuivel en eieren (samen €8,9 miljard). Minder zichtbaar voor de consument omdat er op een beetje koolzaad na in Noordoost Groningen, geen boeren zijn. Belangrijkste grondstoffen die in Nederland geïmporteerd worden, zijn sojabonen en palmolie. Bestemd voor: voeding voor dier en mens, producten zoals zeep maar ook biobrandstoffen. Ik sprak met Frans Claassen en Nicole Vervaet van MVO over de toekomst.
Toenemende wereldproductie van oliën en vetten
“De wereldproductie van oliën en vetten is in 20 jaar tijd (1995-2015) verdrievoudigd en die van plantaardige oliën verviervoudigd”, weet Frans: “De verwachting is dat dit de komende 15 jaar nog eens verdubbelt. Dat heeft te maken met de groei van de wereldbevolking en de toenemende welvaart in met name Azië. De uitdaging is, om de groeiende vraag duurzaam in te vullen”. De grootste gewassen zijn soja en palm, daar is ook de meeste discussie over. Zonnebloem en koolzaad wordt op heel andere gronden geproduceerd. Zonnebloem voornamelijk in Oost-Europa en Oekraïne, koolzaad in Frankrijk en Duitsland. Met meer respect voor het milieu en arbeidsomstandigheden. Soja komt vooral uit Brazilië, Argentinië en de VS.
Palmolie levert per hectare de hoogste productie op
En het is bruikbaar in veel verschillende toepassingen. Daarom is het ook zo populair. Nu wordt er zo’n 200 miljoen ton plantaardige oliën per jaar geproduceerd. In 2050 is dat naar verwachting 300 miljoen ton. Palmolie is met ruim 60 miljoen ton de grootste. Er is veel te doen over palmolie. Indonesië en Maleisië zijn met meer dan 85% van de totale productie de belangrijkste producenten en ook de belangrijkste leveranciers van palmolie voor Nederland en Europa.
Wat is duurzame palmolie?
De meeste palmolie die in ons eten verwerkt wordt is duurzaam. Duurzame palmolie wordt geproduceerd met respect voor de natuur en voor de mensen die er in werken. Dus geen ontbossing en goede arbeidsomstandigheden.
De Ronde tafel voor Duurzame Palmolie (RSPO)
Dat is de belangrijkste standaard voor duurzame palmolie. Sinds de start in 2004 zitten veel verschillende partijen om deze ronde tafel: maatschappelijke organisaties, zoals Oxfam Novib, Solidaridad en het Wereld Natuurfonds, maar ook de palmolie producenten, de verwerkende industrie, handelaren en banken. RSPO heeft momenteel circa 4.000 leden wereldwijd. Gezamenlijk zijn 8 criteria ontwikkeld en vastgelegd waaraan de productie van duurzame palmolie moet voldoen. Onafhankelijke bureaus controleren dit. Nu voldoet 19% van de wereld palmolie productie aan deze eisen. Eén van de belangrijkste criteria voor duurzaamheid is dat palmolieproductie niet tot ontbossing leidt. Eind dit jaar worden de criteria van de RSPO aangescherpt.
Hoe kan je nu weten dat de palmolie die hiernaartoe wordt gebracht duurzaam is? Dat kan op diverse manieren.
Duurzaam gecertificeerde palmolie (manier 1)
De goedkoopste en meest gebruikte manier heet ‘Mass Balance (afgekort MB)’. De hele keten is hierbij betrokken. Het gaat als volgt in zijn werk: In Indonesië wordt door een RSPO-gecertificeerde oliemolen duurzaam gecertificeerde palmolie verkocht. Die duurzame palmolie wordt vervolgens gemengd met conventionele palmolie en vervoerd in een schip. Een afnemer in Nederland koopt dan ‘zogenaamde MB duurzaam gecertificeerde palmolie’ om aan te tonen dat de gemengde palmolie die hij koopt toch bijdraagt aan duurzame productie. Hij koopt dus een mengsel van duurzame en niet duurzame palmolie. Alles wordt administratief bijgehouden en bij iedere schakel in de keten onafhankelijk gecontroleerd.
Alle duurzame palmolie apart houden (manier 2)
De 2e manier is om vanaf de bron de duurzame palmolie echt apart te houden (‘fully seggregated’). Op deze manier kan een producent aan het einde van de keten zeggen ‘dit koekje of deze shampoo bevat duurzame palmolie’. “Dat gebeurt nu nog weinig, maar daar gaan we wel naartoe”, verwacht Frans. “Maar het is ook een fors stuk duurder.”
Informatie reist door de voedselketen
In het laatste interview voor de blog bij Agrifirm hoorde ik dat commodities straks niet meer zullen bestaan. (UITLEG: commodities zijn ‘anonieme’ grondstoffen waarvan het onbekend is waar ze vandaan komen.) En dat informatie door de voedselketen meereist. Hoe is dat nu met palmolie? Alle Nederlandse raffinage-fabrieken hebben een ‘dashboard’, vertelt Frans. Niet dat daar veel naar gekeken wordt. Maar daar kun je precies zien bij welke plantages en oliemolens in de productielanden de palmolie is gekocht. Ik ben gaan kijken op het dashboard van Loders Croklaan (onderdeel van Bunge). Daar zag ik dat meestal wel bekend is van welke oliemolen de palmolie komt, maar nog niet van welke plantage. Ook is vaak nog onduidelijk of er ontbossing plaatsvindt voor de palmolie. Toch is dat al een enorme verbetering. Vroeger werd de olie wel 6-7x doorverkocht voordat het in Europa was en was het niet duidelijk waar de palmolie exact vandaan kwam.
Producenten zullen erom vragen
Frans verwacht dat de afnemers, de producenten hierom zullen vragen. “Zij willen niet dat in hun product palmolie verwerkt is, waarvoor een stuk bos is platgebrand. Tegenwoordig kan je het met satellieten duidelijk zien als er een bosbrand is. Dus als dat morgen ergens het geval is, dan kan ik je garanderen dat het overmorgen in de krant staat. En dan kan je zien welke oliemolen dat was en wie die olie heeft gekocht”.
Wordt het dan duurder?
De technologie wordt wel betaalbaar verwacht Frans. En als het volume toeneemt valt het ook wel mee. Dat moet haast wel want de vraag neemt met de wereldbevolking toe. Er liggen nog kansen om de efficiëntie van productie te vergroten bij de ‘smallholders’, de kleine boeren. Die zijn nu verantwoordelijk voor 40% van de wereldproductie. Hun opbrengst ligt nu op ongeveer een kwart van de commerciële plantages. “Als we de kleine boeren kunnen helpen hun productie te verdubbelen dan hebben we helemaal geen ontbossing meer nodig om aan de groeiende vraag te voldoen.”
Vrijwillige afspraken, wetgeving of publieke druk?
Uit het gesprek is me duidelijk geworden dat de duurzaamheid van palmolie bepaald wordt door de vraag of er wel of geen bossen voor verdwijnen. De palmolie keten werkt vrijwillig aan verduurzaming volgens RSPO. Maar ondertussen constateren Greenpeace en Milieudefensie dat de ontbossing gewoon doorgaat. De RSPO afspraken zijn vrijwillig. Werkt wetgeving dan beter: Zoals de afspraken rond biobrandstof in Europa? Of is publieke druk beter via grote klanten van de banken. Of het terugtrekken als financier, zoals Aegon deed kortgeleden. Wat is nu effectiever? Ik ben wel benieuwd wat de lezers vinden, reageer!
Tenslotte, hebben we wel zoveel palmolie nodig? Zijn er alternatieven? Als het om gezondheid gaat is zonnebloem olie veel beter. Minder verzadigd en meer onverzadigd vet, dus gezonder dan palmolie. Hierover meer in de volgende blog: #3 Zijn oliën en vetten gezond…
Blog 1 “MVO #1: De oliën en vetten-industrie: groot maar onzichtbaar” gemist? Check hem hier.
Wat heeft het gebruik van palmolie als biobrandstof op de groei van deze industrie?