Kantine van het Zwembad in Zeist deel 1: Zwemmen en koffie drinken
Begin maart sprak ik met Paul van Aalst, beheerder horeca van het Zwembad Dijnselburg in Zeist en Iris Jautze, persvoorlichter van de gemeente. Ik woon zelf ook in Zeist en had Paul gevraagd voor een interview vanwege de rel een aantal jaar terug rond het al dan niet aanbieden van patat in het zwembad. Ik schrijf erover in de tweede blogpost over dit interview voor HAS Voedseldialoog, eerst wat meer over de horeca van het zwembad zelf.
Ontmoetingsplaats voor 0 tot 100
Paul werkt al 20 jaar als beheerder horeca van het zwembad Dijnselburg. Dit is een midden-groot zwembad met een omzet van 1.1 miljoen Euro per jaar. Er werken 38 mensen. Het zwembad vervult een maatschappelijke rol: het is een ontmoetingsplaats voor mensen van 0 tot 100. De horeca is hier een aanvulling op en heeft een omzet van jaarlijks ongeveer 250 000 Euro.
240 000 bezoekers per jaar
Het zwembad is niet kostendekkend, er moet geld van de gemeente bij. De horeca is dat wel. Paul: “Ik moet mijn eigen broek op houden”. Er werken 8 mensen, Paul is als enige fulltimer, de 2 part-timers helpen hem met het aansturen van de 5 oproepkrachten, allen werkzaam in de verkoop. Paul overziet het geheel en doet de inkoop, personeel, de markt, de toekomst, rapportages, heel omvangrijk. Het aantal bezoekers van het zwembad is 240 000 per jaar. “De snackbar om de hoek kijkt jaloers naar deze aantallen en omzet.”
Klantgericht
De zwembadkantine heeft 2 verkooppunten: een terras aan de zwemmerskant met een ‘buiten’terras en een restaurant gedeelte. Paul denkt heel klantgericht: “Alle bezoekers moeten de gelegenheid hebben om iets te nuttigen. Ook buiten openingstijden, zoals om 7.00 ’s ochtends, dan kun je een beker kopen bij de receptie voor koffie uit de automaat. Een service naar de bezoeker.”
Lullen voor spullen
Paul heeft vaste afspraken met 1 leverancier, Horesca Lieferink, die komt 2x per week met een vrachtwagen langs. Hij is 2,5 jaar geleden uitgekozen via een Europese aanbesteding. Prijs was daarbij belangrijk maar ook duurzaamheid. Er zijn voor bepaalde producten met deze leverancier afspraken gemaakt voor een aantal jaar. Daarnaast heeft Paul ook sub-afspraken met producenten, zoals Coca Cola, Aviko, Dupon (softijs), Lays, Haribo, Van Melle, IJsboerke. Die afspraken gaan over bonussen zoals geld bij bepaalde omzet. “Inkoop is eerste verdienste. Lullen voor spullen” noemt Paul het. Alle producten worden geleverd via Lieferink, in diezelfde vrachtwagen, behalve de koffie.
Lekkere koffie
“Lekkere koffie is erg belangrijk, daar wil ik vrij in zijn.” Daarom is hiervoor een aparte leverancier, Smit & Dorlas. Zij zetten in de zwembadkantine een mooi apparaat neer, in bruikleen. Paul verkoopt namelijk jaarlijks zo’n 400 kilo koffie. (Echt lekkere koffie!)
Automaten
Er staan een aantal automaten bij de ingang van het zwembad. Ik was wel benieuwd hoe dat zit: “Mars zet zijn eigen apparaat hier, dat kost me niks. Diezelfde groothandel levert de repen,” zegt Paul. “Net als die speelgoedautomaat aan de andere kant van de deur met de grijpertjes, heel irritant voor ouders”, Paul als vader ergert zich er zelf ook aan, maar als horeca beheerder niet: “Zo’n bedrijf zet het dan neer en krijgt er de helft van. Ik hoef er niks voor te doen. De vulling hiervan gaat niet via de groothandel, maar via een ander kanaal. Het is een voorbeeld om maat te geven aan de processen die daarin lopen.” 1 automaat is trouwens van het zwembad zelf, daarin zit bijvoorbeeld chips, Liga’s en Mentos.
Omzet genereren is dus belangrijk voor de zwembadkantine, die haar eigen broek moet ophouden. Kan dat samengaan met een gezond productaanbod, is de vraag. En hoe zit het met die patat? Daarover dus later meer in Kantine van het Zwembad in Zeist deel 2: Een zwembad zonder patat.