Interview – Varkenshouder Vermeer #4: De varkenspest en andere ziektes
Varkenshouder Jan VermeerVoor de Blog HAS Voedseldialoog zaten we aan de keukentafel bij varkenshouder Vermeer in Moergestel. Het bedrijf heeft een eigen biggenfok. Dat is niet alleen zakelijk aantrekkelijk, maar zorgt ook voor minder risico op ziektes. Sinds de varkenspest is er geen varken meer het erf op gekomen. Zo houd je de ziektedruk laag, weet Jan. Ook voor de onderneming is het gunstig: je bent niet afhankelijk van schommelingen in prijzen van biggen…
Varkenspest
Jan fokt zijn eigen vleesvarkens. Dat verkleint het ziekterisico. “Sinds de varkenspest is hier nooit meer een vreemd varken geweest.” Ik vroeg Jan of zijn bedrijf wel eens last van de varkenspest gehad heeft. “Ja in de varkenspestperiode heb ik wel driekwartjaar dicht gezeten. Voordat je dan weer goed op gang bent, heb je wel 6-7 ton verloren. Onduidelijk of dat ooit nog vergoed wordt.” Maar hij heeft er nooit van wakker gelegen. Verzekert hij ons.
Maar wel slecht gedroomd…
Gelukkig heeft hij niet hoeven ruimen, maar ieder keer werd er een ander gebiedje op slot gezet en steeds hoorde hij daarbij. Een enkele keer kon hij meedoen met een opkoopregeling. Toen kwamen ze 400-500 varkens halen. Maar ja elke week werden er toen 150 nieuw geboren. Jan vertelt: “Toen die varkenspest uitbrak, ben ik als een gek dieren bij elkaar gaan jagen. Meer in een hok. Zo kon ik 1,5 maand overbruggen. Maar de rek was er snel uit, dat kun je wel uitrekenen. Het was wel een nachtmerrie. Duurde van maart tot begin oktober.”
Varkenspest vroeger
Vroeger gebeurde het nog vaker, Jan kon het zich nog wel herinneren. Afrikaanse varkenspest werd ook veroorzaakt doordat brijvoerbedrijven restafval van ziekenhuizen en verzorgingstehuizen gebruikten. Als dat niet goed gekookt wordt, kan het tot Afrikaanse varkenspest leiden. Jan: “De Afrikaanse varkenspest is een andere als de klassieke varkenspest. Deze laatste kwam in de jaren 80 vaker voor. Maar nooit op zo’n grote schaal, en op de plek waar de meeste varkensbedrijven waren. Ook was het in de jaren 90 niet meer toegestaan van uit de EU om hier tegen in te enten. Vandaar dat de ramp in 1997 zo groot was.” Maar er zijn meer ziektes…
Mond- en klauwzeer
Tegen mond-en klauwzeer mocht in 2002 mocht eigenlijk ook niet ingeënt worden. Toch werd dat gedaan, vertelt Jan: “Die grijpers en die flauwe kul, dat willen we in Nederland niet meer zien. Dus toen die ziekte weer uitbrak hebben ze heel snel al die bedrijven eromheen ingeënt. Ook al mocht het niet van de EU. De varkens én de koeien.” “Waarom mag dat niet?”, vroeg ik. Ik was wel benieuwd. “Goeie vraag”, Jan denkt dat het is vanwege het feit dat er geen markervaccin is voor die ziekte: “Als de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) onderzoek doet, dan weet je niet of de verhoging van de hoeveelheid antilichamen in het bloed komt door de ziekte zelf of door de inenting.”
Europese eilandjes
Dat leek me wel een spannende, want de EU kijkt sowieso kritisch naar hoe wij in Nederland met intensieve veehouderij bezig zijn. Kijk maar naar de discussie rondom de melkveehouderij nu en de fraude met de koeien. Volgens Jan zijn het in Europa allemaal eilandjes. “Ieder landje voor zich. Als hier de varkenspest uitbreekt, is het goed voor de varkensboer in Frankrijk. Zo zit de wereld in elkaar, hoor. In Brussel schudden ze elkaar de hand en ze lachen met de deuren dicht. En ge wordt genaaid waar ge bijstaat, maar wij zijn niet anders, hoor”, verzekert Jan.
Koeien en varkens
Overigens zijn de varkenshouders wel beter georganiseerd dan de melkveehouders. Jans vader was melkveehouder, en zijn broer zit nu in het familiebedrijf. Jan ziet een groot verschil tussen boeren met veel land in het noorden: boven Zwolle, Amsterdam, tussen Utrecht en Den Haag in het groene hart. “Die hebben 30 jaar niet kunnen melken, vanwege het melkquotum.” En boeren in Zuid Nederland waar alles al heel intensief gebeurt. In het noorden is men enorm gaan uitbreiden, na het opheffen van het melkquotum. Jan kent er boeren. Alle risico’s werden weldegelijk doorgerekend samen met de bank. Dat ze nu zeggen, ‘dat wisten wij niet’, daar gelooft Jan helemaal niets van. Maar zegt hij: “als ze hier de schotten van de varkensrechten 5 minuten loslaten, zijn er zo ook een hele bak varkens bij.” Toch vraagt het vergrootglas waar de sector nu onder ligt wel dat er meer lijn komt in de aanpak. Ook bij de varkenssector.
Dat er discussie is over de hoeveelheid varkens, daarover meer in de volgende blog. Ik ben wel benieuwd hoe de lezers van HAS Voedseldialoog erover denken…